Zondag 6 juli 2025

Lucas 10, 1-12.17-20

Het evangelie vertelt vandaag over de zending van de 72 leerlingen: ze worden op pad gestuurd om het koninkrijk van God te verkondigen. Eigenlijk betekent dit getal, 72 , dat wij allemaal, die Jezus willen volgen een zending krijgen om het koninkrijk van God te verkondigen en gestalte te geven. Dat is een taak van iedereen: van u en van mij.  Dat ligt niet ver weg, maar is dichtbij. De vrede neemt daarin een grote plaats in, maar de leerlingen moeten ook zieken genezen en kwade geesten verdrijven.

Jezus noemt de oogst groot: er is veel te doen; er zijn veel arbeiders nodig om de oogst binnen te halen, om het koninkrijk van God gestalte te geven. Iedereen is belangrijk in het koninkrijk van God, alle mensen horen er bij, allen horen bij God, iedereen wordt door Hem bemind, allen worden vervuld van zijn leven. En daar moeten we ook iets voor doen, er voor open staan, en er aan meewerken.

“Bidt de Heer van de oogst dat hij arbeiders zal sturen om de oogst binnen te halen.”  Iedereen is van belang, aller inzet is nodig.
En die inzet is heel persoonlijk, misschien mag je zeggen, het is het hart van de mens, die de liefde centraal stelt en bij wie gebed en actie bij elkaar horen.
Macht en geld en aanzien zijn niet van waarde, uiterlijke zaken hebben niet veel betekenis. De mens, die met Jezus van doen wil hebben stelt zich ook kwetsbaar op: als lammeren tussen de wolven zullen ze zich soms voelen, maar ze moeten niet bang zijn, angst is een slechte raadgever en verlamt.

Er is ook haast bij geboden: maak geen gebruik van lange begroetingsrituelen, die er niet zo toe doen. “Neem geen beurs mee, geen reiszak”. Ga op weg, en maak er haast mee: een belangrijke boodschap is: “Verspreid vrede”. “Zeg vrede aan dit huis”. Die vrede moet je van binnenuit beleven en die zal naar anderen uitstralen. Vrede is een rijk begrip, die vrede wordt door Jezus steeds gewenst en is bestemd voor iedereen. Vrede is als een plek en een ruimte, waar God woont.  Vrede kunnen we schenken aan ieder, die we ontmoeten. St.  Franciscus nam die spreuk van Jezus over als groet: ‘Vrede en alle goeds’, was zijn lijfspreuk  In vrede zit alle goeds en is het meest een teken van Gods koninkrijk.

En allen, die gezonden worden door Jezus mogen zich gedragen als gasten: eten en drinken wordt je aangeboden. Je als gast gedragen betekent ook dat je bereid bent te ontvangen en dat je zelf niets hebt, dat alles wat je bent en hebt je geschonken is. En dat je bereid bent met anderen te delen: geven en ontvangen.

In het gewone dagelijks leven tussen mensen, die met elkaar eten en drinken krijgt het koninkrijk van God gestalte. En dat is heel gewoon en heel dichtbij.

En als je bij de ander wordt toegelaten, “genees de zieken die er zijn”. Met andere woorden: door vredelievend aanwezig te zijn, luisterend, in stilte en door de anderen te respecteren, treedt je helend op. De ander voelt, dat hij of zij er mag zijn, de moeite waard is, en zo kan hij of zij ademen, opbloeien en leven. Ook dat is een teken van het koninkrijk van God.

“Waar liefde is en vriendschap, daar is God”, zingen we. “Waar twee of drie in Mijn naam aanwezig zijn, ben ik  in hun midden”, zijn woorden van Jezus.

Lucas beschrijft ook hoe de 72 vol vreugde terugkeren en enthousiast aan Jezus vertellen, dat  demonen zich aan hen onderwierpen zelfs bij het uitspreken van de naam van Jezus en dat in veel gevallen het kwaad de wijk nam. Dat is  mooi in Jezus ‘ogen, maar  niet het belangrijkste: ze hoeven niet naar resultaat te kijken en ook niet naar eigen kracht:  de kracht hebben ze van God gekregen en ze hoeven zich daar niet op te beroemen. Ze mogen er natuurlijk blij om zijn, maar de grootste vreugde kunnen ze putten uit het besef dat hun naam geschreven staat in de palm van Gods hand.  Hun namen zijn opgetekend in de hemel staat er, ze zijn bij God gekend en bemind.

Dit besef kan ook ons sterken en bemoedigen: God werkt door ons, Hij geeft ons een zending, maar ook de kracht, die wij nodig hebben. Bidden wij, dat wij in dat geloof ook elke dag onze zending op ons nemen, bescheiden en oprecht, vol vertrouwen op de kracht van zijn Geest.  Bidden we dat die vrede van Christus in ons mag zijn en die vrede ons helpt om anderen bij te staan als het nodig is en het leven in ons midden mooier te maken.

Ieder van ons heeft een eigen zending in het leven ontvangen, een eigen roeping om te getuigen van Christus en om te zien naar de naasten, het meest naar de armen, en die er slecht aan toe zijn en om aandacht te hebben voor heel de mens. Lucas zegt: “Jezus  zond ze voor zich uit”. Met andere woorden: Hij gaat met hen mee. Hij gaat ook mee met ieder van ons.

 

Tjalling van Balen o.carm.