In het Karmelklooster van Boxmeer is het landelijk Vormingshuis gevestigd. Hier kun je kennis maken met het dagdaagse karmelitaanse leven. Een leven dat is geënt op de spiritualiteit van de Karmel, en waarin verkeren met God een belangrijk terugkerende notie is.

In het Vormingshuis wordt de vorming verzorgd voor mannen en vrouwen die karmelitaans willen leven. Karmelitaans leven – dat kan binnen het klooster als zuster of broeder in onze gemengde religieuze leefgemeenschappen. Het kan ook erbuiten, als leek met een eigen maatschappelijk leven. De vorming is hierop gericht dat jij mag worden wie je ten diepste bent. Je kunt ook zeggen: dat je mag worden zoals God jou ten diepste heeft gewild.

Wat dat is, daarop hebben wij geen antwoord. We kennen er ook geen definities of modellen voor. We hebben alleen maar die eeuwenoude springlevende spiritualiteit. De spiritualiteit die levend is tot op vandaag, in ieder die zich hierin geraakt weet.

Karmelitaans leven binnen het klooster betekent intreden. Intreden is een proces dat uit verscheidene fasen bestaat. Je woont en leeft mee in het klooster. De Karmelorde, de leefgemeenschap, het dagritme en de gebedstijden, het engagement onder elkaar en naar de wereld – je groeit er geleidelijk in. Stap voor stap wordt de spiritualiteit van de Karmel meer en meer deel van wie jij bent. Van wie je altijd al was…

Karmelitaans leven buiten het klooster betekent dat je je eigen leven blijft leiden. In je leven, daar waar het passend is, integreer je elementen van het karmelitaanse leven en van de karmelspiritualiteit.

Voor een dergelijke verbondenheid met de Karmel kennen we twee wegen. Associatie of lidmaatschap van Karmelbeweging. In alle gevallen doorloop je een vormingsproces, net als bij het proces van intreden. En soms loopt het eraan parallel.

Ziel, zoeken moet je jezelf in Mij,
en Mij moet je zoeken in jezelf.
Zo heeft, o ziel, de liefde
jouw beeld in Mij kunnen prenten,
dat geen wijs schilder,
met al zijn meesterschap,
dat beeld zou kunnen maken.
Jij werd uit liefde geschapen.

Teresa van Avila