Wanneer je het karmelitaanse leven met ons wilt  delen, is het nodig verschillende fasen te doorlopen die leiden tot intrede. Het is een weg die langzaam en zorgvuldig wordt afgelegd.

De eerste stap is die van het pre-noviciaat. Je woont dan al in het klooster of nog zelfstandig. In dat laatste geval  logeer je  regelmatig meerdere dagen aaneen in het klooster van Boxmeer. Je doet  mee aan het vormingsprogramma en er zijn regelmatig gesprekken met een geestelijk begeleider. Een van de vormingsverantwoordelijken begeleidt je op de weg naar het noviciaat.

Je neemt deel aan het dagelijks vormingsprogramma om vertrouwd te raken met de Karmelspiritualiteit en  haar traditie maar ook  om te groeien naar een contemplatieve levenshouding. Het dagritme en de gebedstijden zijn wezenlijke elementen van het noviciaatsprogramma.

Het noviciaat wordt afgesloten met de tijdelijke geloften. Je bent nu officieel lid van de orde.
De tijdelijk aard van de binding is bedoeld om een geleidelijke voortgang te maken in het karmelitaanse leven. Je krijgt verantwoordelijkheden voor werk en/of studie. Zoveel als mogelijk wordt de vorming in deze periode afgestemd op je eigen mogelijkheden. Er kan ook gebruik worden gemaakt van vormingsactiviteiten op Europees niveau.

De tijdelijke professie wordt afgesloten met de plechtige professie, de definitieve binding aan de orde. Deze wordt publiekelijk uitgesproken.

Dit is geen eindpunt van de weg. Het markeert enkel het punt waarop je definitief besluit te willen leven binnen de Karmelorde, in navolging van Jezus Christus, in zuster- en broederschap. Hiertoe worden de geloften afgelegd van gehoorzaamheid, zuiverheid en armoede.

Al weet ik niet wat het worden zal, ik weet mij geheel in Gods hand.

Uit: Mijn Cel, Titus Brandsma