Zondag 16 november 2025
Jezus is na een lange reis door Galilea en Judea aangekomen in Jeruzalem. We zijn in het evangelie van Lucas al een eind gevorderd, we bevinden ons al in de laatste dagen van Jezus, zo tegen het einde van het kerkelijk jaar.
Jezus is in de tempel. Vorige week hoorden we hem daar nog in gesprek met de saduceeën over of er nou wel of niet opstanding van de doden zou bestaan, leven voorbij dit zichtbare en tastbare leven.
Het gesprek dat Jezus in het evangelie van deze week heeft begint eigenlijk heel ‘luchtig’, zou je kunnen zeggen. Mensen bewonderen de schoonheid van de tempel, en maken Jezus deelgenoot van hun bewondering. Maar Jezus is geen mee-prater. Hij heeft blijkbaar nog een aantal andere kwesties die hij aan de orde wil stellen, die voor hem blijkbaar urgenter zijn, dan met elkaar het tempelgebouw te bewonderen. Hij zegt in reactie op hun waardering van de schoonheid van de tempel meteen: “Er zal een tijd komen dat van alles wat u daar ziet geen steen op de andere zal blijven; ze worden allemaal neergehaald.”
Ik stel me voor dat de mensen daar om hem heen, wel even van schrokken. “Wanneer dan? Hoe en wat?”
Jezus heeft dan voor hen een aantal waarschuwende woorden, of in elk geval oproepende woorden:
Kijk uit, dat u niet op een dwaalspoor wordt gebracht.
Loop niet achter allerlei quasi profeten aan.
Wees niet verontrust, als je over allerlei oorlogen en onlusten hoort.
Hij wil ons wakker schudden, waakzaam maken, kritisch en op een bepaalde manier gerust stellen. Want als we ons niet alleen laten leiden, laten verblinden misschien wel, door wat mooi is en aantrekkelijk, maar onder ogen durven zien wat er in onze wereld aan de hand is, dan is dat niet niks. Oorlogen en onlusten. Aardbevingen en hongersnood. Wereldwijde pandemieën, vernietiging van het milieu, mensen die vervolgd worden.
Ik vind het van lef getuigen, dat Jezus dit allemaal benoemt, en dus erkent en onder ogen ziet. Vlucht niet een kerkgebouw binnen om je eigen veilige, mooie wereldje te creëren, maar leer. Leer wat er in de wereld aan de hand is, leer dieper en reëel kijken, oefen je in het perspectief van de Schepper. Zie wat we met de aarde doen, hoe we met elkaar omgaan. Luister naar de richtingwijzers die ons gegeven zijn, in het bijzonder in de Schrift. En weet: Hij is er. Hij is niet met ons in een schijnwereld. Hij is met ons in de reële wereld, van oorlog en geweld, en van vredestichters en verbinders, van natuur die prachtig mooi is, maar ook levensgevaarlijk te keer kan gaan.
Prediker heeft het zo helder onder woorden gebracht: “Alles heeft zijn uur.”
“Er is een tijd om te baren en een tijd om te sterven, een tijd om af te breken en een tijd om op te bouwen.”
Onze Schepper is met ons in alle tijden. Steeds weer maakt hij een nieuw begin met ons, geeft Hij ons kansen en mogelijkheden, een weg ten leven. Maar wel door alles heen. En dat vraagt van ons: oppassen, waakzaam zijn, niet zomaar meelopen met allerlei onheilsprofeten, maar in een niet-weten op weg gaan, in vertrouwen en creatief.
Dat blijkt een weg te zijn die ook weerstand oproept. Ook daar is Jezus heel reëel in. “Men zal u oppakken en vervolgen, u uitleveren aan de synagogen en u gevangenzetten. U wordt voorgeleid aan koningen en gouverneurs.” (v. 12)
Hij zal dat zelf tot het uiterste meemaken. En Titus Brandsma is niet de enige die in de loop van vele eeuwen, Christus op deze weg is nagevolgd. De Karmelregel zegt zelfs (Paulus in zijn brief aan Timoteüs citerend) dat “állen die eerbiedig willen leven in Christus vervolging lijden”. (paragraaf 18) Niet prettig om te horen. Bij mij komt er meteen een stemmetje op dat zegt: nou, nou, is dat niet een beetje eenzijdig? Als je in Christus leeft kun je toch ook vreugde ervaren, en liefde, en dankbaarheid? Ik denk dat dat ook waar is, maar we moeten waakzaam zijn. Er is ook tegenstand, op de weg van de vrede. Heel veel weerstand zelfs, veelvormig. Zowel in onszelf als om ons heen. De neiging al om zo’n zin niet te willen toelaten, over hoe alle navolgers van Christus vervolging zullen leiden, is al een tegenwerking, in mijzelf. Mijn gemakzucht is ook zo’n tegenstander in mijzelf, en mijn angst. En wie merkt zelf ook niet op verjaardagen of ander samenzijn met familie en vrienden, of collega’s, dat spreken over een weg van verzoening, of een weg van oppositie tegen consumptisme, tegen als maar meer en meer, of van ruimhartigheid naar iedere mens die zoekt naar een veilig thuis, allerlei soms felle reacties oproept. Dat je weggezet wordt als naïef, of dom, of ouderwets, of kinderachtig als je ‘nog in God gelooft’.
Het is niet eenvoudig om dan overeind te blijven. “Neem u heilig voor om u er van te voren geen zorgen over te maken, hoe u zich zult verdedigen”, zegt Jezus. Ga niet in de tegenaanval, probeer niet koste wat kost jouw gelijk te halen, maar laat je leiden door de Geest van liefde, laat de woorden je ingegeven worden, en vertrouw ook op Zijn werking. Hij heeft de tijd. Hoe urgent de wereldproblemen voor ons soms ook voelen, en veel mensen te lijden geven.
Bidden we dat we de moed hebben om de wereld met alles wat daar gebeurt onder ogen te zien, en mét Jezus dieper te kijken naar de Grond van al wat is, en ons dáárin te wortelen, en ons van daaruit te laten leiden in ons doen en laten.
Goede God, maak ons tot instrument van uw vrede, gerechtigheid en heelheid.
Ga met ons Jouw weg.
Marieke Rijpkema

