Jean du Moulin wordt gedoopt op 30 december 1571 in Sens in Midden Frankrijk, Op driejarige leeftijd wordt hij blind na een doktersbehandeling tegen pokken. Hij krijgt een beetje taalles van de pastoor, maar het belangrijkste is het muziekonderricht: spinet en orgel. Als hij 10 jaar is verliest hij zijn beide ouders. Hij gaat geestelijke en mystieke boeken lezen zoals De navolging van Christus van Thomas a Kempis. Rond 1600 gaat hij naar Parijs waar hij op meerdere adressen woont. Eigenlijk leeft hij op straat en bij het orgel in de kerk. Op een goede dag in 1604 komt hij in de kerk van de karmelieten aan de place Maubert. Hij ziet daar de jonge broeder Mathieu Pinault en vraagt of hij even op het orgel mag spelen en er ontstaat vriendschap tussen die twee. Langzaam vormt zich rond hem een mystieke kring. Op 35 jarige leeftijd wil hij karmeliet worden. Maar hij is blind en er worden geen broeders meer aangenomen. Toch krijgt hij toestemming en vertrekt in 1606 naar Dol in Bretagne. Daar voegt hij aan Jean als tweede naam Saint Samson toe, naar de patroon van de kathedraal van dit stadje. Hij is vaak ziek en krijgt ook de pest.

Steeds meer laat hij zich voorlezen uit mystieke literatuur.

In 1612 verhuist hij naar Rennes. Daar wordt hij de spil van een hervormingsbeweging van de Karmel. Jean begint meer en meer te zijn geestelijk gedachtengoed dicteren. In de loop van de tijd zijn er 4000 pagina’s handschrift uit zijn mond opgetekend. Het project van de kritische editie van zijn teksten is in volle gang, evenals enkele vertalingen.

De kern van zijn mystiek wordt gevormd door het gebed van ‘toegeesting’. Dit is leven in een ware en wezenlijke liefde die alles doet verrichten in God en die de biddende mens omvormt in de zuivere liefde, dat wil zeggen de onvoorwaardelijke liefde van God.